1Gran Paradiso, Huttentocht
De huttentrektocht doorkruist het Nationaal Park Gran Paradiso. Het herinnert nog aan de tijd dat Italië een koninkrijk was. In de 19e eeuw was het gebied het jachtdomein van koning Victor Emmanuel II, hij jaagde er op steenbokken. In 1919 schonk de koning het park aan de Italiaanse staat en werd het in 1922 het eerste nationale park van Italië.
We doorsnijden het gebied van west naar oost. Twee bergruggen gaan we over. Het Valgrisenche massief en het Gran Paradiso massief. We kruisen de dalen Val di Rhêmes en het Val Savarenche.Er worden flink wat hoogtemeters gemaakt en met name in de vroege zomer zijn de dalen zeer bloemrijk. Over het algemeen is de tocht niet moeilijk. Nagenoeg overal zijn goed begaanbare paden.Vanaf dag drie begeven we ons in hoogalpien terrein. Dit stelt hogere eisen aan ons: her en der blokkenterrein en met enige zekerheid flinke sneeuwvelden. We slapen in knusse, prachtig gelegen Italiaanse berghutten, wat maakt dat we overdag al uit kunnen kijken naar goede koffie en wat we 's avonds gaan eten!
Lees verder2De grote Vanoise ronde, Sneeuwschoen huttentocht
Deze sneeuwschoentocht in het Parc National de la Vanoise is een must voor iedereen die van rust en stilte houdt. Alle hutten en passen liggen hier hoog, dus de tocht kan pas later in het winterseizoen ondernomen worden. De tocht start en eindigt in Le Manchet, een skidorpje aan het einde van Val d’Isère. Na de eerste col lopen we vervolgens zes dagen in een ongelofelijk weids en ongerept berggebied. De status van Parc National zorgt ervoor dat we zonder twijfel veel gemzen en steenbokken gaan tegenkomen. De indrukwekkende Grande Casse, 3855 m en daarmee hoogste punt van de Savoie, waakt over ons.
Lees verder4Grand Tour du Mont Thabor, Sneeuwschoen Huttentocht
De valleien van de Clarée en de Étroite liggen ingeklemd tussen het bekende natuurpark van de Ecrins en de Italiaanse grens. De Mont Thabor is met zijn 3178m de blikvanger in dit gebied, en op deze wandelberg ligt Europa’s hoogst gelegen kapelletje, dat we bij gelegenheid zeker even zullen bezoeken!
De absolute rust in dit deel van de Zuidelijke Franse Alpen is te danken aan het verbod op de ontwikkeling van skigebieden: je komt er enkel (sneeuwschoen)wandelaars, langlaufers en tourskiërs tegen.
De week bouwt rustig op: na een drietal korte dagafstanden in Vallée de Clarée maken we de grote oversteek naar de Refuge du Mont Thabor. Na drie hutten met douchegelegenheid is deze hut wat eenvoudiger. We blijven hier twee nachten en doen vanuit deze hut een toppoging naar de Mont Thabor. Het kapelletje vlak onder de top is een mooie plek om even helemaal stil te zijn, en te denken aan wie of wat je maar wilt.
Na de dagtocht vinden we in Vallée Étroite onze laatste hut: tot 1946 was dit Italiaans grondgebied, en bij de hut waar we verblijven prijkt de Italiaanse vlag nog trots in de vlaggenmast. Dus reken op Italiaanse koffie, eten en wijnen in deze hut (en een douche). Op de laatste dag maken we onze ronde af, en keren terug naar Névache, het vertrekpunt van onze tocht, en sluiten de week samen af met koffie met wat lekkers. Wij nemen je graag mee in dit overweldigend mooie winterse berglandschap op steenworp afstand van de 4000’er Barre des Écrins.
Lees verder
