Een bergvakantie met Bergsportreizen betekent geweldige vergezichten, gezellige berghutten en veel plezier met je reisgezelschap. Tijdens een cursusweek of tocht ben je elke dag in beweging, meestal boven de 2000 meter. Hoe beter je conditie is, hoe meer je kunt genieten. Lees voor je boekt de deelname-eis die bij de reis van jouw keuze vermeld staat en ga bij jezelf na of je fit en ervaren genoeg bent voor deelname (of dat tijdig kunt worden). Om een idee te geven van de inspanning: 1000 meter stijgen kost onder goede omstandigheden drie tot vier uur. Dat vraagt behoorlijk wat van je conditie.
Als je geen goede basisconditie hebt dan heb je vier tot vijf maanden nodig om deze op te bouwen. Door een langzame opbouw van de training voorkom je blessures. De nadruk van de training dient vooral te liggen op het vergroten van het algemene uithoudingsvermogen. Goede trainingen zijn hardlopen en fietsen. Een goede indicatie hoe het gesteld is met je conditie is de Coopertest. De lengte van de dagtrajecten van de reis stelt eisen aan je fysieke (duur)conditie en is daarmee ook een belangrijke graadmeter voor de zwaarte van de reis. Per reis staat vermeld wat wij van je verwachten qua conditie.
Wij kennen de volgende indeling:
Conditie cursussen en hoogalpiene beklimmingen:
Conditie huttentochten en hoogalpiene tochten:
De tijden zijn gemiddelde looptijden per dag exclusief pauzes. Er kan tijdens de tocht/cursus altijd een langere dag opgenomen zijn dan de door ons gemiddeld aangegeven tijd. Bij de conditionele voorwaarden spelen de te overbruggen hoogteverschillen, dagafstanden, duur van de totale tocht/cursus een rol. Houd er rekening mee dat het lopen met volle bepakking een tocht/cursus pittiger maakt. Om je goed voor te bereiden hebben we in het NKBV-kenniscentrum video's geplaatst met oefeningen die je helpen om goed voorbereid op bergsportvakantie te kunnen.
Veel activiteiten van Bergsportreizen vinden plaats in het hooggebergte. Boven de 2500 meter is de lucht al zo ijl dat je lichaam zich moet aanpassen aan de hoogte. De luchtdruk is op 3000 meter nog maar tweederde van die op zeeniveau. Door de lagere druk kan je lichaam moeilijker zuurstof opnemen.
Je lichaam past zich in eerste instantie aan door een versnelde ademhaling en hogere hartslag. Vervolgens maakt het meer rode bloedcellen aan, zodat zuurstoftransport efficiënter wordt, ofwel je lichaam acclimatiseert. Als je sneller stijgt dan je lichaam zich kan aanpassen, kun je last krijgen van hoogteziekte.
Verschijnselen van hoogteziekte ontstaan pas na enkele uren op hoogte en kunnen zijn: hoofdpijn, verminderde eetlust, misselijkheid, duizeligheid, slapeloosheid, vermoeidheid en een licht gevoel in het hoofd. Vaak worden de symptomen toegeschreven aan iets anders, zoals slecht hebben geslapen of het eten op de hut dat iemand niet goed heeft gesmaakt.
De beste manier om dit te voorkomen is om het lichaam de tijd te geven zich aan grotere hoogte aan te passen: acclimatiseren. Een goede acclimatisatie kost tijd. Dit houdt in dat je je lichaam, door minimaal 2 à 3 flinke tochten boven de 2500 meter aan de hoogte laat wennen. Daarbij is het van belang dat je op een lagere hoogte overnacht. De combinatie hoog klimmen en laag slapen bevordert de aanpassing. Lees alles over hoogteziekte in het NKBV-kenniscentrum.